Sitemap






Spreuk


Wie Jezus wil volgen moet Hem ook voor laten gaan.


Studie Openbaring


Vindt de opname plaats vóór de grote verdrukking begint of bij de laatste bazuin; aan het eind? Leer de Schrift zelf begrijpen: Laat de Heilige Geest jou onderwijzen. Versta de tijd waarin we leven.

God roept: De Here Jezus komt terug! Bereid je voor! Wees een 'wijze maagd' en een 'herdersstaf' voor Israël!

Op onze site: Een unieke studie over de geopenbaarde toekomst in de boeken Daniël en Openbaring.

Ga naar 'Studie'


Kind van God

"Gij zult Mijn getuigen zijn" zegt de Heer Jezus. Een getuigenis is goed om te horen. Als je als kind van God je getuigenis geeft, dan zijn er verschillende 'valkuilen' waar je zomaar in terecht kan komen. Hoe vertel je een getuigenis op een aangename manier?

Wat vertel je?
Voordat je begint met het delen van je getuigenis is het goed om eerst na te denken wat je de ander wil meegeven. Een duidelijk verhaal geef je door je getuigenis op te delen in drie stappen:
  1. Het verleden.
    Vertel hoe je leven vroeger was of welk probleem je had. Wat kon je niet? Waar liep je tegenaan?
  2. De verandering.
    Vertel het moment van verandering, of God's ingrijpen in jouw leven. Welke keuze maakte je of wat heeft God in jouw leven gedaan?
  3. Het heden.
  4. Vertel hoe je leven nu is en wat er ten positieve veranderd is. Wat kan je nu wel, dat je eerst niet kon? Wat maakt dat je het leven nu wel aankan en ziet zitten?

Vertel alleen je eigen verhaal.
Jouw genezing of bevrijding is jouw eigen verhaal. Je hebt het zelf ondergaan. Jouw getuigenis kan niemand je ontnemen, wat anderen hier ook van vinden. Mensen kunnen het niet met je eens zijn of hun bedenkingen hebben. Het blijft jouw verhaal en jouw getuigenis. Je getuigenis is onaantastbaar.
Door jouw persoonlijke getuigenis breng je anderen in contact met God. Mensen kunnen zien, dat God leeft! De luisteraars ontvangen geloof en hoop voor hun eigen situatie. Zo is jouw getuigenis het begin van de verandering voor de ander.

Vertel niet het verhaal van een ander.
Het wonder wat God door jou heen gedaan heeft voor een ander, is het getuigenis van die ander. Als God door jou heen iemand zegent, wees dan terughoudend met wat je hierover met anderen deelt. Je wilt immers dat God geëerd word en dat niet de aandacht naar jezelf uitgaat. Mogelijk kan je die ander helpen het belang in te zien om te getuigen van het wonder. Op die manier neemt ieder zijn eigen positie in en ga je niet over grenzen.
Meer hierover in getuigenis geven als Dienaar van God.

Probeer het bestaan van God niet te bewijzen. Stel liever vragen.
Je getuigenis is vaak aanleiding tot een gesprek. Belangrijk is, dat je weet, dat je het bestaan van God niet hoeft te bewijzen. Jouw getuigenis is voldoende bewijs dat God er is. Wil je buiten je getuigenis om bewijzen, dat God bestaat dan moet je van goede huize komen. Dat is niet iedereen gegeven.
Stel vragen. Met vragen zet je de ander tot nadenken en je biedt de ander de mogelijkheid tot eigen conclusies te komen. Dat is veel nobeler maar vergt wel enige oefening. Komt de ander op die wijze zelf tot een slotsom dan is die meer gemotiveerd verder op ontdekkingsreis te gaan. Indien nodig bied je bij deze reis je hulp aan.

Is iemand geïnteresseerd. Overvoer niet.
Geïnteresseerden te overvoeren met informatie is een valkuil. De mensen zien door de bomen het bos niet meer. Het is overweldigend en ze haken af. Deel met kleine stapjes. 'Proef' waar iemand zit in het proces van zijn ontdekkingstocht. Sluit aan en toon begrip en van daaruit stapje voor stapje verder.

Je 'mag' getuigen. Je 'moet' niet.
Getuig uit overtuiging; met je hart vol liefde. Getuig je uit plichtsgevoel, omdat het van God 'moet', dan zullen je toehoorders eerder deze verplichting proeven en al snel hun interesse in jouw verhaal verliezen.
Mensen zijn heel gevoelig voor dwang. Dwang tast de vrijheid van keuze aan, die God ons allen heeft gegeven. Het getuigenis 'mogen' brengen houdt verband met de genade die God je gegeven heeft.
Jouw boodschap is dat je blij bent, dat je 'mag' getuigen. Mogelijk dat God met liefde in je hart 'dringt' omwille van de mensen die Hij wil bereiken. Hij werkt niet door plicht, dwang of schuldgevoel in je hart. In jouw getuigenis ben je vrij op te kiezen. God nodigt je uit.

Getuigen vanuit overvloed.
David zegt in psalm 23: 'Mijn beker vloeit over'. Als je 'vol' bent van God dan is niet moeilijk om te getuigen. Het gaat vanzelf, ook al moet je soms een klein drempeltje over.
Als je vol bent van andere dingen gaat getuigen veel moeilijker. Je bent verdeeld. Getuigen kost dan emotioneel en verstandelijk meer van je.
Het spreekwoord zegt niet voor niets: 'Waar het hart van vol is, loopt de mond van over'.

Geen oordeel.
Een veroordeling brengt niet snel iemand dichter bij God. Het sluit eerder de deur van het hart. Hoe een onder ook leeft en wat hij of zij ook heeft uitgespookt: Oordeel niet. Mensen zijn autonoom. Ieder mens heeft van God het recht gekregen om zijn eigen keuzes te maken en zijn eigen weg te bewandelen. Jezus vraagt Zijn Weg te bewandelen. Hij verzoent en heeft voor iedere zonde geboet. Je hoeft geen mening te hebben over het leven van een ander. Je mag dat aan God overlaten. Hij is daar verantwoordelijk voor. Zo kan je vrij getuigen voor iedereen. Het maakt niet uit wat iemand heeft gedaan, gelooft of denkt. God houdt van alle mensen.

Gebruik geen ontkrachtende woorden en stopwoordjes.
Woorden zoals 'eigenlijk', 'misschien', 'waarschijnlijk,gewoon', 'fijn', 'het zou kunnen dat', ontkrachten een getuigenis. Het lijkt alsof je aan je eigen woorden twijfelt.
Voorbeelden:
Eigenlijk heeft God mij op dat moment van de dood gered.
Je zou kunnen zeggen, dat mijn leven sinds mijn bekering totaal veranderd is.
  • Heeft Hij je gered! ... Of heeft Hij je eigenlijk gered?
  • Is je leven totaal veranderd! ... Of zou je het kunnen zeggen dat...?
  • Je begrijpt het al: Géén stopwoordjes gebruiken. Het gebruik hiervan kan er ongewild voor zorgen, dat je in een soort underdog positie komt.

    Spreek in de IK-vorm.
    Bij beschouwend vertellen of getuigen gebruik je de JE-vorm. Je plaatst jezelf in de tweede persoon. Jouw verhaal blijft daardoor op afstand. Als je in de IK-vorm spreekt, is je verhaal persoonlijk en is je opstelling kwetsbaarder. Je houdt het daardoor dicht bij jezelf. De toehoorder is sneller in staat om zich met jouw getuigenis te kunnen vereenzelvigen.
    Voorbeeld:
    JE-vorm: Het gevolg is, dat je in moeilijke omstandigheden terecht komt.
    IK-vorm: Het gevolg is, dat ik in moeilijke omstandigheden terecht ben gekomen.

    Hou het kort.
    Vaak heb je maar heel even de tijd om met iemand over dit soort dingen te spreken. Benut deze korte tijd optimaal. Oefen in het geven van je getuigenis. Ga voor de spiegel staan en vertel het jezelf. Nodig een vriend of vriendin uit. Leg hen je bedoeling uit en oefen samen. Denk na over wat je kunt zeggen als je maar 1 minuut de tijd hebt.

    Wees vrijmoedig.
    Wie een getuigenis deelt met anderen zal merken, dat er mensen zijn die daar graag naar luisteren. Deze aandacht voor jou kan je als overweldigend ervaren. Bijvoorbeeld op een verjaardag merk je ineens op, dat iedereen stil valt en jij als enige aan het woord bent. Iedereen luistert naar jou. Ga dan door en houd je niet in. Wees vrijmoedig. Veel mensen zoeken een oplossing voor hun nood en jouw getuigenis kan het begin van hun oplossing zijn.
    Momenten van stilte kunnen versterken en uitnodigen tot het stellen van vragen. Gebruik momenten van stilte onder andere om met je gedachten naar de Heer te gaan.

    Deel je verhaal niet achteloos. Je hebt een parel in handen.
    Je hebt een goed getuigenis voor degene die er naar vraagt. Als mensen aangeven, dat ze niet openstaan voor jouw getuigenis zal de belangstelling niet snel toenemen als je door blijft praten. Beter is het om dan je mond te houden. Mogelijk kun je aanbieden, dat je bereid bent op een later tijdstip nog wat verder te praten. De ander is er dan aan toe. Tracht wat nieuwsgierigheid op te wekken om later op terug te komen. Laat een glimp van je leven zien, laat een stukje proeven, maak interesse wakker.

    Vermijd 'christelijke' taal. Spreek begrijpelijk.
    Het kan bij toehoorders anders worden opgepakt, als je spreektaal gebruikt die in christelijke kringen toegepast wordt.
    Bijvoorbeeld als je zegt, dat "God me toen heeft gebruikt" wanneer je wil zeggen, dat God iemand door jou heen heeft gezegend. Het woord 'gebruikt' heeft voor veel mensen de betekenis 'misbruikt'. Of "We hebben vanochtend fijn gemeenschap gehad met elkaar" wanneer je met 'gemeenschap' de kerkdienst bedoelt. De dubbele laag in het woord 'gemeenschap' spreekt voor zichzelf.
    Deze voorbeelden kunnen overtrokken lijken. Wie zich onder kerkelijke kringen beweegt en zijn oor te luister legt om dit te (gaan) verstaan, ontdekt soortgelijke uitspraken. Waak dus voor christelijk jargon. Wees je bewust van de cultuur van je toehoorders en pas je taalgebruik aan.

    Tot slot:
    Ieder mens heeft de vrijheid van keuze. Het besluit te geloven kan uitsluitend in die vrijheid worden genomen. Iemand overtuigen aan de hand van wetenschappelijke feiten is moeilijk. Alle wetenschappers hangen een theorie aan en onderbouwen deze met feiten. Voor elk mens blijft geloven een persoonlijke keuze.
    Bid voor de ander en vertel je verhaal in alle ontspannenheid. Hou het bij jezelf en let op je woordgebruik. Een kort en krachtig verhaal blijft beter en langer hangen, dan een lang en onsamenhangend verhaal.


    Zie ook:
    Getuigenis geven als Dienaar van God.